SOFA

Previous
België

Chapter III - Page 58
Back

Next
Ad fundum per studiejaar

Kleine cafe aan de haven

De avondzon valt over straten en pleinen,
de gouden zon zakt in de stad.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen,
ze hebben de dag weer gehad
De neonreclame die knipoogt langs ramen,
het motregent zachtjes op straat
De stad lijkt gestorven toch klinkt er muziek
uit een deur die nog wijd open staat

Refrein:
Daar in dat kleine café aan de haven,
daar zijn de mensen gelijk en tevree
Daar in dat kleine café aan de haven,
daar telt je geld of wie je bent niet meer mee

De toog is van koper, toch ligt er geen loper,
de voetbalclub hangt aan de muur
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox,
een pilsje dat is er niet duur
Een mens is daar mens rijk of arm, 't is daar warm,
geen “monsieur”, of “madame” maar “WC”
Maar het glas is gespoeld in het helderste water,
ja, het is daar een heel goed café

Refrein

De wereldproblemen die zijn tussen
twee glazen bier opgelost voor altijd
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening,
of je staat in het krijt
Het enige wat je aan eten kunt krijgen,
dat is daar een hard gekookt ei
De mensen die zijn daar gelukkig gewoon,
ja, de mensen die zijn daar nog blij